Home Blog Nieuws: Tentoonstelling Wonen in de Amsterdamse school
Tentoonstelling Wonen in de Amsterdamse school
Lili Green en Albert van Dalsum in Vrouwe Emer's groote strijd, 1922. De maskers zijn ontworpen door Hildo Krop. Foto: N.V. Vereenigde Fotobureaux. Herkomst: Theatercollectie Bijzondere Collecties UvA (Stichting TiN).

Tentoonstelling Wonen in de Amsterdamse school

In 2016 keert de Amsterdamse School terug in het Stedelijk. De tentoonstelling Wonen in de Amsterdamse Schoolis een spectaculair overzicht van interieurontwerpen van de Amsterdamse School: meubelen, lampen, klokken, keramiek, textiel en grafische toepassingen als behang. De expressieve vormen en kleuren waren uniek in Nederland en ook internationaal van invloed. De tentoonstelling bevat meer dan 500 bijzondere ontwerpen van onder meer Jaap Gidding, Michel de Klerk, Piet Kramer, Hildo Krop, H.Th. Wijdeveld en Marie Kuyken.  Daaronder bevinden zich ook enkele bruiklenen uit de Theatercollectie Bijzondere Collecties UvA (Stichting TiN). De tentoonstelling is te zien  van 9 april tot  28 augustus 2016 in het Stedelijk Museum te Amsterdam.

 

De Amsterdamse School

De Amsterdamse School (1910-1930) is een expressieve stroming in de Nederlandse architectuur, ontstaan in Amsterdam. De stroming is wat rijkdom aan vormen betreft uniek in Nederland en betrof niet alleen architectuur maar ook ontwerpen voor meubelen en andere interieuronderdelen zoals lampen, klokken, haarden en textiel. In de jaren ’20 was de Amsterdamse School van groot belang. Na WOII kregen het constructivisme van De Stijl en het functionalisme van het Bauhaus de overhand. Pas in de jaren ’70 kwam er in Nederland weer aandacht voor de Amsterdamse School. Het Stedelijk organiseerde in 1975 de eerste grote museale presentatie. Het overzicht dat nu wordt gepresenteerd is het resultaat van jarenlang onderzoek én een speurtocht die leidde naar meubelen bij particulieren thuis – veel van deze stukken maken deel uit van de tentoonstelling.

 

Bruiklenen uit de Theatercollectie Bijzondere Collecties UvA

In de tentoonstelling zijn een aantal bruiklenen uit de de Theatercollectie te zien:  Twee decorontwerpen van H.Th. Wijdeveld voor de voorstelling van Hamlet (1918), een decorontwerp van H.Th. Wijdeveld voor Gijsbreght van Aemstel (1918), en twee theatermaskers gemaakt door Hildo Krop (1922,1926). Daarnaast nog twee foto’s van voorstellingen waarop maskers te zien zijn, onder andere van de voorstelling Vrouwe Emer’s groote strijd uit 1922 onder regie van Albert van Dalsum, waarvoor Krop de maskers ontwierp (zie afbeelding hierboven).

H.Th. Wijdeveld (1885-1987) en Hildo Krop (1884-1970) zijn vooral als architect en resp. beeldhouwer bekend, maar hebben beide ontwerpen voor het theater in Nederland gemaakt: Wijdeveld ontwierp decors voor toneelvoorstellingen, en Hildo Krop ontwierp maskers voor dans- en toneelvoorstellingen.

Decorontwerp voor Gijsbreght van Aemstel door H.Th. Wijdeveld, Koninklijke Vereeniging Het Nederlandsch Tooneel, 1918. Herkomst: Theatercollectie Bijzondere Collecties UvA (Stichting TiN).

Decorontwerp voor Gijsbreght van Aemstel door H.Th. Wijdeveld, Koninklijke Vereeniging Het Nederlandsch Tooneel, 1918. Herkomst: Theatercollectie Bijzondere Collecties UvA (Stichting TiN).

Maskerdansen van Gertrud Leistikow

Danseres en choreograaf Gertrud Leistikow (1885-1948) trad al in 1914 voor het eerst op met een masker. In 1921 en 1922 maakte Hildo Krop twee maskers voor haar, waarmee ze in ieder geval optrad in de Stadsschouwburg in Amsterdam. Het eerste masker is verloren gegaan. Het masker voor “De Fanatieke Dans”, dat Leistikow in 1922 op het programma had staan, is wel bewaard gebleven.

Op 27 november 1926 was Leistikow één van de vier dansers die optraden tijdens het maskermatinee in de Amsterdamse Stadsschouwburg. Ze danste drie maskerdansen, waarvan één met een masker van Hildo Krop: “Groteske” op de muziek van Béla Bartók. Dit masker bleef bewaard. Het is gemaakt van gepolychromeerd papier-maché en versierd met wollen draden. In het masker staat met handgeschreven blokletters: “zelfportret Hildo Krop”. Het masker is dus een karikatuur van hemzelf.

Het succes dat Leistikow boekte met haar maskerdansen, heeft andere dansers geïnspireerd om met beeldend kunstenaars te gaan samenwerken – zoals Tilly Sylon (met beeldend kunstenaar Jaap Pronk) en Dini en Hein von Essen, Florrie Rodrigo en Grietje Kots.

Twee maskers voor dansen van Gertrud Leistikow, gemaakt door Hildo Krop. Links voor Fanatieke Dans (1922) en rechts voor Groteske (1926). Herkomst: Theatercollectie Bijzondere Collecties UvA (Stichting TiN).

Twee maskers voor dansen van Gertrud Leistikow, gemaakt door Hildo Krop. Links voor Fanatieke Dans (1922) en rechts voor Groteske (1926). Herkomst: Theatercollectie Bijzondere Collecties UvA (Stichting TiN).

 

Meer informatie:

De tentoonstelling is te zien  van 9 april tot  28 augustus 2016 in het Stedelijk Museum te Amsterdam, zie Website Stedelijk Museum Amsterdam

 

󰁓
󰀩