Op vrijdag 6 juli vertelt Jacques Klöters in het Museumcafé van de Bijzondere Collecties over de dichter-zanger J.H. Speenhoff.
Jacobus Hendrikus Speenhoff (1869-1945) noemde zich dichter-zanger. Singer-songwriter zegt men nu. Hij was volstrekt nieuw, eigen, geestig en gevoelig. Chroniqueur van zijn tijd en een man die ook zelf voortdurend in het nieuws was. Elitair en volks tegelijk. Bekende Nederlander, maar vooral Rotterdammer.
Hij begon als tekenaar, illustrator en als schilder. Rond 1900 zat hij bij de Vereniging de Vrije Kunst in Rotterdam waar hij Kees van Dongen leerde kennen, zich in de toneelwereld begaf en verbonden raakte aan het satirische tijdschrift De Ware Jacob. Toen hij op een schouwburgmiddag wat liedjes zong, werd hij eensklaps beroemd. Binnen een jaar was hij een erkend fenomeen. Hij was een van de best verkopende plaatartiesten van die tijd en zijn liedjesbundels haalden hoge oplagen. Maar tussen het zingen en reizen door bleef hij ook schilderen.
Jacques Klöters, vroeger werkzaam bij het TIN, is nu buitengewoon conservator van de collectie. Hij weet wat daarin van Speenhoff te vinden is, en zal zijn verhaal illustreren met muziekopnamen, foto’s en filmpjes. Momenteel is Klöters bezig met een boekuitgave van het autobiografische werk van Speenhoff. Hij zal daar enige stukken uit laten horen en bewijzen dat Speenhoff met Elsschot en Nescio tot de grote prozaïsten van de vroege 20ste eeuw behoort.
Aanmelden voor deze middag kan via deze link.