In Een leven lang theater kijken we naar de Nederlandse theatergeschiedenis gezien door de ogen van kunstenaars die een grote rol spelen in die geschiedenis. En wiens carrière zich voor een groot deel in de Stadsschouwburg heeft afgespeeld. Voor en/of achter de schermen. Voor deze editie heeft de Stadsschouwburg Amsterdam in samenwerking met de Theatercollectie Bijzondere Collecties UvA schrijver, regisseur en oud-artistiek leider van Toneelgroep Amsterdam Gerardjan Rijnders uitgenodigd. Hij wordt deze middag geinterviewd door Volkskrantjournalist Hein Janssen.
Na de middelbare school ging Rijnders in Amsterdam naar de regieopleiding aan de Theaterschool en tegelijkertijd studeerde hij Rechten aan de Universiteit van Amsterdam. Beide opleidingen rondde hij af. Op de regieopleiding werd hij begeleid door Leonard Frank, bij wiens Toneelgroep Baal hij in 1974 debuteerde als professioneel regisseur. Hiervoor, na zijn eindexamen in 1973, werkte hij als regieassistent van Fritz Marquardt, die uitgenodigd was om Penthesilea van Heinrich von Kleist voor de Toneelraad Rotterdam te regisseren. Werken met Marquardt betekende voor Rijnders het vak voor negentig procent leren.
In 1975 werd Rijnders samen met vier andere regisseurs gevraagd om te regisseren bij een nieuwe toneelgroep F Act, een groep waar jonge regisseurs een kans krijgen om professioneel theater te maken. Dit was een initiatief van de toenmalige Rotterdamse Toneelraad. In het eerste jaar regisseerde Rijnders een eigen bewerking van Sofokles’ Antigone. In het jaar daarop speelde hij de titelrol in Schreber dat hij samen met Mia Meijer schreef en dat werd geregisseerd door Paul Vermeulen Windsant. Na regies bij De Nieuwe Komedie (Voor niks gaat de Zon op) en bij het Projekttheater van Frans Strijards (Transsiberië Expres van Copi en zijn eigen stuk, Dollie of Avocado’s bij de Lunch) werd hij in 1977, tijdens het werken aan Carl Sternheims Burger Schippel gevraagd om bij Zuidelijk Toneel Globe in Eindhoven samen met regisseurs Paul Vermeulen Windsant en Ulrich Greiff de leiding van dit gezelschap over te nemen. Onder zijn artistiek leiderschap (tot 1985) werd Globe een van de spraakmakendste gezelschappen van Nederland.
De volgende twee jaar regisseerde Rijnders voornamelijk voor het Publiekstheater in Amsterdam en Toneelschuur te Haarlem. Van 1987 tot 2000 was hij artistiek leider van een nieuw gezelschap, Toneelgroep Amsterdam, dat was ontstaan uit een samengaan van het Publiekstheater en Toneelgroep Centrum. Dit nieuwe gezelschap staat inmiddels bekend om haar producties van zowel klassiek als modern repertoire, meestal van een artistiek hoog niveau en dikwijls spraakmakend, niet in de laatste plaats door de zogenaamde montagevoorstellingen van Gerardjan Rijnders zelf.
Rijnders gebruikt de taal zoals je die op straat hoort: gesprekken die plaatsvinden in wachtkamers en op televisie, woorden van vakbondsleiders en politici. Het is een taal die niets verbergt en onthult maar die vermijdt. De cliches die hij gebruikt zijn zowel onzinnig als diepzinnig. Het is een structuur waarin herhalingen en afwisselingen van woord en daad de belangrijkste rol spelen.
In 1996 regisseerde hij bij het Deutsches Theater in Berlijn zijn eigen stuk Moffenblues en in januari 1998 bij Schauspiel Bonn, Malstrom, de opvolger van Licht. In november 1998 heeft hij bij het Deutsches Theater Penthesilea geregisseerd. Naast regisseur, (tv-regisseur) is Rijnders toneelauteur (scriptschrijver) (met meer dan veertig titels op zijn naam) en toneelspeler. Sinds 2000 is Rijnders freelance theatermaker bij o.a. Toneelgroep Amsterdam, Het Nationale Theater, Het Zuidelijk Toneel, Ro Theater, Het Zuidelijk Toneel, mugmetdegoudentand, Wunderbaum, De Warme Winkel en Dood Paard.
Informatie
Datum: 6 mei
Locatie: Stadsschouwburg Amsterdam
Prijs: 10 euro
Kaarten via de website van de Stadsschouwburg\
Foto: Anna Beeke