Home De Theatercollectie in 2014 – een terugblik

Voorgeschiedenis

De collectie van het voormalige Theater Instituut Nederland (TIN) is sinds 1 januari 2013 in beheer bij Bijzondere Collecties UvA. De TIN mediatheekcollectie (boeken, teksten ná 1945 en gedrukte bladmuziek) is in eigendom overgegaan van de UvA en ondergebracht bij de UvA Universiteitsbibliotheek (UvA UB). De TIN erfgoedcollectie is in eigendom van de Stichting TIN en is net als vroeger nog opgeslagen in de twee depots in Amsterdam-Zuid Oost.
Drie ex-medewerkers van het TIN zijn met de collectie “meegegaan”: Hans van Keulen is benoemd als conservator/teamleider ; Gonneke Janssen als Informatiespecialist, en Peter Odding als Collectiebeheerder.
Inmiddels zijn er twee jaar verstreken, en blijkt dat bezoekers, schenkers, en musea die voorwerpen in bruikleen willen nemen voor tentoonstellingen de collectie gelukkig steeds beter weten te vinden. Hier vindt u een overzicht van wat er op dat vlak gebeurd is in 2014.

Toegankelijkheid van de collectie

De theatercollectie is bij de Bijzondere collecties UvA natuurlijk weliswaar een grote en bijzondere, maar toch één van de vele andere collecties die zij in beheren. Via hun website moet een bezoeker die iets van de Theatercollectie wil inzien, nog vele stappen doorlopen. Dat zou beter kunnen.
Gelukkig is het nog mogelijk om via de makkelijk vindbare en toegankelijke website www.tin.nl informatie over de collectie en over het raadplegen ervan te vinden. De website leidt al gauw naar de online catalogus die toegang biedt tot de gehele collectie, zowel de collectie van de mediatheek, als de erfgoedcollectie.

Het raadplegen van de boeken, teksten en gedrukte bladmuziek

Foto: Monique Kooijmans.

Foto: Monique Kooijmans.

Al deze materialen kunnen online worden aangevraagd en worden ingezien in de Onderzoekszaal van de Bijzondere Collecties op de Oude Turfmarkt, of in een andere bibliotheek van de UvA. Deze aanvragen lopen goed; om hoeveel aanvragen het gaat is niet te zeggen, omdat het aantal aanvragen per vakgebied of collectie niet wordt bijgehouden.
Op termijn zal deze collectie, die nu nog in het catalogussysteem Adlib beschreven is, in de catalogussysteem van de UvA (Aleph) worden opgenomen, waardoor de collectie direct vanuit de UvA catalogus te vinden zal zijn. De vindbaarheid zal daarmee aanzienlijk vergroot worden. Er wordt aan gewerkt!

Het raadplegen van de erfgoedcollectie

De erfgoedcollectie omvat de gehele museale collectie van het TIN: kostuums, maquettes, rekwisieten, schilderijen, prenten en tekeningen, scènefoto’s, portretfoto’s, foto’s van theaters, affiches, theaterpoppen, miniatuurtheaters, archieven van personen en gezelschappen, brieven, en teksten en boeken van vóór 1945. Deze collectie brengt ruim vier (oudste tekst van begin 1600) eeuwen Nederlandse podiumkunsten in beeld en is een belangrijke bron van informatie voor theaterwetenschappers, studenten, professionals in de podiumkunsten en liefhebbers.
In 2013 zijn voorbereidingen getroffen voor de verhuizing van de collectie in 2014 naar het depot van de UvA (het IWO); deze verhuizing heeft echter geen doorgang gevonden. Of dat ooit zal gebeuren, is de vraag; want de theatercollectie is immers veilig, zorgvuldig en relatief goedkoop opgeborgen in de bestaande depots van TIN .
Omdat het om kwetsbare materialen gaat, kan slechts een klein deel van de erfgoedcollectie in de Onderzoekszaal aan de Oude Turfmarkt opgevraagd worden. In 2014 zijn daarvoor 46 aanvragen gedaan. De overige collectie-onderdelen moeten op afspraak in het depot in Zuid Oost worden ingezien. In 2014 zijn daarvoor 83 afspraken gemaakt.

Rondleidingen door het depot

Voor € 17,50 krijgt iedereen die dat wil een deskundige rondleiding langs kostuums, schilderijen, prenten, maquettes, affiches, theaterpoppen, foto’s en archieven die gegarandeerd de tongen en de theaterherinneringen losmaakt. Vrienden van de Theatercollectie krijgen korting op de rondleiding:
€ 12,50 in plaats van € 17,50.
In 2014 werden acht groepen rondgeleid door Hans van Keulen (conservator) of Gonneke Janssen (Informatiespecialist), waaronder de leden van het TIN bestuur, de medewerkers van de balie van de Onderzoekszaal Bijzondere Collecties, de deelnemers aan de Illustere School UvA Alumni, en de Vrienden van de Theatercollectie.
Een groot succes was de eerste rondleiding voor de Vriendenkring op 14 november 2014. De rondleiding van Gonneke Janssen (Informatiespecialist) ontlokte anekdotes en herinneringen aan o.a. Petra Laseur, Felicia van Deth (vergezeld door haar biografe, Marianne Reehorst – Felicia van Deth is inmiddels overleden) en Arthur Sonnen.

RondleidingDepot-561px

Arthur Sonnen (links) en Petra Laseur (foto rechts) in het depot. Foto’s: Flora Versteeg.

Aandacht voor de collectie op de Oude Turfmarkt

De Bijzondere collecties UvA beschikt over een aantal tentoonstellingszalen, waar wisselende tentoonstellingen over de deelcollecties te zien zijn. Daarnaast vinden bij de Bijzondere Collecties boekpresentaties, boekensalons, informatiebijeenkomsten en voordrachten plaats.
Natuurlijk kwam de theatercollectie daarbij ook aan bod in 2014. Het begon al met de succesvolle tentoonstelling over Ramses Shaffy in maart 2014, waarin voorwerpen uit het archief van Ramses Shaffy zelf werden aangevuld met kostuums, foto’s, programma’s, affiches, kostuumontwerpen, en video- en audiofragmenten uit de Theatercollectie.
In de daaropvolgende tentoonstelling Sterke Verhalen, die in beeld bracht hoe de verhalen over Assepoester, Gullivers Reizen, Tijl Uilenspiegel, Cartouche en Faust tot op de dag van vandaag zijn overgeleverd, waren kostuumontwerpen en papieren theaterprenten te zien.
Uit de Theatercollectie werd ook geput voor kleine presentaties, zoals tijdens de Museumnacht, de Night at the Museum, de Fashionweek, de perspresentatie van de herneming van de musical “Heerlijk duurt het langst”, en bijeenkomsten voor bijvoorbeeld leerlingen van het Amsterdam Fashion Institute en voor de voormalige leden van de mediatheek van het Theater Instituut Nederland. Zo’n presentatie kan bestaan uit een selectie van materiaal, uitgestald in de studiezaal, maar ook uit een aantal ingerichte vitrines, die in de hal voor iedereen te zien zijn.

Overzichtsfoto expo Ramses Shaffy, met foto’s en kostuums uit de Theatercollectie.  Foto Monique Kooijmans.

Overzichtsfoto expo Ramses Shaffy, met foto’s en kostuums uit de Theatercollectie.
Foto Monique Kooijmans.

Bruiklenen voor tentoonstellingen

Het aantal museale aanvragen is flink gestegen, in 2013 waren het 118 objecten; in 2014 zijn in totaal 279 objecten in bruikleen aangevraagd voor tentoonstellingen ‘buiten de deur’. Het is verheugend dat andere musea de Theatercollectie goed weten te vinden. De grootste bruikleenaanvragen waren voor de volgende tentoonstellingen:
• Tentoonstelling over danseres en danspionier Gertrud Leistikov in museum Kranenburgh, Bergen. In de tentoonstelling waren 77 bruiklenen te zien uit de: foto’s, affiches, kostuums, maskers, en tekeningen.
• Tentoonstelling over ‘Kniertje” ofwel: Esther de Boer-van Rijk in het Joods Historisch Museum. Hiervoor waren spelfoto’s, portretfoto’s, affiches, brieven, aquarellen, programmaboekjes, archiefstukken, en een schilderij in bruikleen gevraagd.
• Tentoonstelling Papieren Theater in de Bibliotheek Rotterdam. In de Theatercollectie van de Bijzondere Collecties UvA, bevinden zich 35 papieren theaters uit Nederland, Frankrijk, Duitsland, Engeland en Denemarken. Een aantal daarvan is voor deze tentoonstelling in bruikleen gegeven.
• Tentoonstelling Selamat Sjabbat in Joods Historisch Museum; over het onderbelichte verhaal van de joden in Nederlands-Indië. Hieraan werden onder andere een fotoalbum van de reis naar Nederlands Indië door actrice Fie Carelsen in 1933 en een fotoalbum van de voorstelling Judas Ish Kariot door Tooneel Ensemble Louis de Vries in Nederlands Indië in bruikleen gegeven.
• Tentoonstelling Pret op Stand – Vertier van Toen, Museum Geelvinck, over het vermaak, buitenshuis en thuis, van de gegoede burgerij uit de 17e, 18e en begin 19e eeuw. Hiervoor werden een aantal prenten en een maquette van de oude schouwburg in Amsterdam in bruikleen gegeven.
• Tentoonstelling Circus Openluchtmuseum Arnhem. Uit de Theatercollectie van de Bijzondere Collecties UvA werden circusaffiches, kostuums en een maquette van het paardenspel van Blanus in bruikleen gegeven.

V.l.n.r. Kalenderblad met portret van Gertrud Leistikow in Danseuse de Delph, kleurenlitho door Samuel ‘Mommie’ Schwarz, 1925; Esther de Boer-van Rijk, schilderij door Coen van Oven, 1916. “Das grosze 'neue' Kindertheater, Urania”, uitgave Jos. Scholz, 1890. Drie voorbeelden van bruiklenen voor tentoonstellingen in 2014.

V.l.n.r. Kalenderblad met portret van Gertrud Leistikow in Danseuse de Delph, kleurenlitho door Samuel ‘Mommie’ Schwarz, 1925; Esther de Boer-van Rijk, schilderij door Coen van Oven, 1916. “Das grosze ‘neue’ Kindertheater, Urania”, uitgave Jos. Scholz, 1890. Drie voorbeelden van bruiklenen voor tentoonstellingen in 2014.

Theaterencyclopedie

TE_Postersticker_70x70De Theaterencyclopedie (www.theaterencyclopedie.nl) wordt door de UvA technisch ondersteund.
Belangrijk onderdeel daarvan is het onderhouden van de koppeling tussen de Productiedatabase en de Theaterencyclopedie: voorstellingsgegevens die vandaag in de database worden ingevoerd, zijn enkele dagen later automatisch ook in de Theaterencyclopedie zichtbaar.

In 2014 ging het project Theaterencyclopedie als ons levend geheugen van start. Dit project was een samenwerking van Bijzondere Collecties Universiteit van Amsterdam en stichting TIN. Doel was het online platform www.theaterencyclopedie.nl verder te ontwikkelen tot de plek waar theaterprofessionals en –liefhebbers actief bijdragen aan het verzamelen, beschrijven en presenteren van de (recente) geschiedenis van de podiumkunsten. Een platform waar theaterpubliek en theatererfgoed liefhebbers een schat aan informatie vinden over de podiumkunsten sinds 1900. Dit project werd mogelijk gemaakt door bijdragen van het VSB Fonds, SNS REAAL Fonds, stichting Dioraphte en het Mondriaan Fonds, en liep door tot juni 2015. Gedurende het hele jaar 2014 werd door een projectgroep onder leiding van Anne Marie Kremer hard aan dit project gewerkt. Inmiddels is het project met de zeer succesvolle crowdfundingsactie Zijn/Niet Zijn, waarmee 35 volledige videoregistraties van theatervoorstellingen gedigitaliseerd en gepubliceerd werden, afgerond.

Aanwinsten collectie

Op de valreep in december 2014 reed een verhuiswagen voor bij het depot in Amsterdam Zuid Oost met 375 theaterpoppen en 365 schimmen.
Deze collectie van de Stichting poppenspelcollecties – voorheen poppenspelcentrum (PSC) – was al zo’n 30 jaar in beheer bij het Rotterdam Museum, maar kon daar niet langer blijven.
Door deze schenking is de totale poppen- en schimmen collectie van UVA/TIN representatief geworden voor de geschiedenis van het poppen- en schimmenspel in Nederland. Het zwaartepunt van de collectie die al aanwezig was (dat waren al meer dan 700 handpoppen, marionetten en schimmen), en waartoe ook de poppen van het voormalige Poppenspelmuseum van Guido en Felicia van Deth behoren, ligt op de eerste helft van de twintigste eeuw en daarvóór. Nu is ook de periode van ná 1945 goed vertegenwoordigd, met werk van belangrijke spelers zoals Henk Abbing en Damiët van Dalsum.
Van veel spelers zijn complete spelen aanwezig, bestaande uit poppen, decors en speelteksten. Juist deze compleetheid verhoogt de cultuurhistorische waarde. Ook het Nederlands schimmenspel uit de jaren twintig en dertig is goed vertegenwoordigd, met materiaal van bekende spelers als Chiel de Boer, Ko Doncker en Frans ter Gast. Poppen- en schimmenspelers waarvan nu werk is opgenomen, zijn: Henk Abbing, Lou ten Bosch, Rico Bulthuis, Damiet van Dalsum, Wim en Toni Engel, Jan Nelissen, Jan Wieland, Tejater Oei, Feike Boschma, Albert Winsemius, Chiel de Boer, Ger Boonstra, Ko Donker, Herman Kruyder, Pieter van Gelder, Frans ter Gast, Maarten Oostwoud en Aad de Haas.

Foto’s Poppen van Henk Abbing.

Foto’s Poppen van Henk Abbing.

Naast deze grote acquisitie werd de collectie bijna wekelijks nog aangevuld met foto’s en archiefstukken. Vermeldingswaard zijn de toneel/tv scripts van Berend Boudewijn, de boeken uit de persoonlijke bibliotheek van Max Tailleur (zijn archief was al in de collectie); een jurk van Sylvia Alberts uit de optredens met Ramses Shaffy in de jaren zestig, en het archief van gitarist en componist Jan Blok, bekend door zijn samenwerking met o.a. Wim Sonneveld, Toon Hermans, Wim Kan en Jasperina de Jong.

Het oranje kostuum van Sylvia Alberts, gedragen in Shaffy Chantate (1968),  in de vitrine in de tentoonstelling Ramses Shaffy. Foto: Monique Kooijmans.

Het oranje kostuum van Sylvia Alberts, gedragen in Shaffy Chantate (1968),
in de vitrine in de tentoonstelling Ramses Shaffy. Foto: Monique Kooijmans.

Werk aan de collectie

Aan de collectie wordt doorlopend gewerkt: nieuwe en bestaande objecten moeten worden uitgezocht en beschreven. Zo werd het archief van Marjan Berk beschreven en er werd een aanvang gemaakt met het ordenen en beschrijven van het omvangrijke Toneelmuseum/NTHI/TIN archief.
Stagiaires speelden ook een rol in het verwerken en beschrijven van archieven. Het archief van Wederzijds en Toneelgroep De Appel werd beschreven door Henrik Lilian, stagiair van de Archiefschool HvA/UvA.
Zeer verheugend was ook het feit dat we een nieuwe vrijwilliger vonden die bereid was om de Poppencollectie Guido van Deth, die alleen op een kaartsysteem beschreven was, in de database in te voeren en zo zichtbaar te krijgen voor de rest van de wereld.

Achttiende eeuwse Franse marionetten uit de collectie van Deth. Foto: Radboud Kuypers.

Achttiende eeuwse Franse marionetten uit de collectie van Deth. Foto: Radboud Kuypers.

De samenwerking met / het gebruik van de collectie vanuit het Instituut voor Theaterwetenschap

Sinds de komst van de Theatercollectie naar de Bijzondere Collecties van de UvA, wordt er bij de vakgroep Theaterwetenschap een bijzondere verantwoordelijkheid gevoeld ten opzichte van de collectie. Aan de ene kant realiseert men zich – sterker dan voorheen – dat het hier om een unieke collectie gaat die een enorm potentieel aan onderzoeksmogelijkheden in zich bergt. Dat de belangstelling voor theaterarchieven ook internationaal aan een opmerkelijke come-back bezig is, helpt daar zeker ook bij. In concreto resulteerde dat in 2014 onder meer in twee internationale seminars over achtereenvolgens geluidsarchieven en theatertechnologie.

Aan de andere kant realiseren de stafleden zich dat met het verdwijnen van Theater Instituut Nederland het niet langer meer vanzelfsprekend is, dat aspecten of onderdelen van de collectie via tentoonstellingen, boekpublicaties en andersoortige activiteiten steeds opnieuw onder de aandacht worden gebracht van publiek en – minstens zo belangrijk – de theaterprofessionals. Die verantwoordelijkheid heeft zich in 2014 vertaald in twee nieuwe onderwijsmodules, op BA en MA niveau, waarin de Amsterdamse theatercollectie nadrukkelijk centraal staat. De opbrengst is een verhoogd bewustzijn bij de studenten (toekomstige professionals) over het belang van de collectie, en een groot aantal deelonderzoeken en scripties, allemaal mogelijke bouwstenen voor latere publicaties. Ook wordt er actiever dan voorheen onder de studenten gezocht naar stagiaires, waarbij dient te worden aangetekend dat de capaciteit in het TiN-depot ook wat dat betreft beperkt is. Stagiaires dienen immers goed begeleid te worden. Hieronder een overzicht van het onderzoek, onderwijs, de stages en de scripties die gerelateerd zijn aan de Theatercollectie:

Onderzoek:

* Onderzoek naar de geschiedenis van het Instituut voor theaterwetenschap, in het kader van het vijfitgjarig jubileum. Publicatie: Sylvia Alting van Geusau, Peter Eversmann, Rob van der Zalm (red.), Theater aan de Amstel. Vijftig jaar onderwijs en onderzoek aan de UvA. AUP: Amsterdam, 2014
* Workshop betreffende sound archives in samenwerking met het project ECHO (Parijs). Kati Rottger, juni 2014
* In reprise. Onderzoek en website betreffende Nederlands repertoire. Dr. Rob van der Zalm (Presentatie website 25 oktober 2014).
* Seminar bij Bijzondere Collecties onder de titel Technologies of Spectacle – Knowledge Transfer in Early Modern Theater Cultures. Dr. Jan Lazardzig, november 2014
* Ricarda Franzen, “Voices for the future- Sound Archives and the Performing Arts in Twentieth Century Netherlands & Europe”. Onderzoek naar de geluidscollecties van TiN.

Onderwijs:

* Dr. Rob van der Zalm, Shakespeare forever. Theater in/en het Archief (BA). oktober/november 2014
* Dr. Jan Lazardzig, Theater and History. Archive fever (MA). oktober / November 2014

Stages:

* Nicole van Rooij: Video-archief Frans Strijards, najaar 2013 / voorjaar 2014
* Bram Walters: In reprise. Nederlands repertoire. Augustus / oktober 2014

Scripties:

* In een groot aantal van de in 2014 afgeleverd (BA-)scripties was sprake van een directe link met de Thatercollectie. Onderwerpen waren onder meer Nederlandse opvoeringen van Peer Gynt, Medea en De koopman van Venetië, toneelteksten van Alex van Warmerdam, het kermisoproer van 1875, de revue in Nederland, Butoh in Nederland, de operaversie van Op hoop van zegen en jeugdtheater.
* Op MA niveau werd niet voor onderwerpen gekozen die nauw samenhingen met het Nederlandse theater en (dus) met de collectie.Dat is een aandachtspunt.

Beheer van de video’s

Veel aandacht ging in 2014 naar de videocollectie. In de Theatercollectie bevinden zich meer dan 12.000 video’s: registraties van theatervoorstellingen, interviews en documentaires en registraties van tv-uitzendingen. De video’s zijn online aan te vragen en te zien bij de centrale UB op het Singel. Het behoud van de digitale bestanden, die op servers in de depots waren opgeslagen, was echter nog een bron van zorg.
Daarom zijn 2014 de digitale videobestanden overgebracht naar de servers van Beeld&Geluid. B&G beschikt over de grootste en meest professionele infrastructuur voor de digitalisering, (duurzame) opslag en beschikbaarstelling van AV-collecties in Nederland. Hiermee wordt het behoud van de videobestanden beter gewaarborgd dan mogelijk zou zijn in het depot in Zuid Oost, en wordt een bijzondere collectie video’s voor de toekomst veilig gesteld.
Raadpleging van de videobestanden blijft vooralsnog alleen mogelijk via een aanvraag in de catalogus van de Theatercollectie. Men kan dan of de video in de UB Singel bekijken of een afspraak maken in de depots.

Achter de schermen: het onderhoud van de digitale systemen

Het collectieregistratiesysteem en de digitale catalogus van de Productiedatabase (beide in het systeem van Adlib) zijn door de UvA in beheer overgenomen. Ook in 2014 werd weer veel aandacht besteed aan het onderhouden en verbeteren van deze systemen. De UvA heeft speciaal om de Adlib toegankelijkheid te waarborgen een medewerker aangesteld die problemen met en van Adlib in zijn portefeuille heeft. Dit werk vindt allemaal “achter de schermen” plaats, maar is daarom niet minder belangrijk.

De afbeeldingen van de collectie zijn opgeslagen in de Mediaserver; na veel voorbereidingen in 2014 is die begin dit jaar bij Adlib ondergebracht. Dat was later dan gepland; waardoor er achterstanden zijn ontstaan in het linken van afbeeldingen aan de database.

In de Productiedatabase worden de gegevens verzameld van alle premières in Nederland van professionele theater- en dansvoorstellingen. De vroegst beschreven voorstelling dateert uit 1751. Bij het Theater Instituut Nederland werd de Productiedatabase onderhouden door vaste medewerkers; na 2013 is dat echter niet meer mogelijk.
Om de productiedatabase up to date te houden, wordt daarom gewerkt aan de ontwikkeling van een online Uploadloket. Middels dit digitaal uploadloket is het voor theater producenten- en gezelschappen binnenkort eenvoudig om zelf nieuwe premièregegevens toe te voegen aan de productiedatabase. De regie over de productiedatabase blijft bij de UvA Bijzondere Collecties: na controle van de invoer door de Informatiespecialist, worden de premièregegevens doorgestuurd naar de productiedatabase en naar de Theaterencyclopedie.
Het was de bedoeling om het uploadloket in 2014 te introduceren in de theatersector. Dat is helaas niet gelukt. In juli en augustus hebben daarom twee ex-medewerkers van TIN extra première data ingevoerd. Tot dan waren er zo’n 400 ingevoerd en dat is opgelopen tot 1400.
Naar verwachting zal het uploadloket in de tweede helft van 2015 wel opgeleverd worden.